Wat als uw nieuwe werknemer al op dag één niet komt opdagen?

Uw nieuwe werknemer heeft zijn contract ondertekend, maar laat het op dag één al afweten. Wat kan u hiertegen doen en hoe reageert u hier best op?

Een werknemer die zich bedenkt nadat de arbeidsovereenkomst werd ondertekend. Het kan gebeuren. De wet voorziet zelfs een uitweg in zulk geval. Zowel werkgever als werknemer kunnen namelijk de arbeidsovereenkomst opzeggen nog vóór die begonnen is door middel van een (fictieve) opzegtermijn van één week die net als een gewone opzegging aanvangt op de maandag na de kennisgeving en die begint én afloopt nog vóór het contract begonnen is. Op voorwaarde dat de brief tijdig wordt verstuurd of afgegeven natuurlijk.

Is er geen tijd meer voor een opzeg, laat de werknemer u gewoon weten zijn arbeidsovereenkomst toch niet te beginnen of laat hij helemaal niets weten, dan is hij in principe een verbrekingsvergoeding aan u verschuldigd. Een week brutoloon, in dit geval netto te betalen. Die verbrekingsvergoeding opeisen is één ding, of u ze ooit zal ontvangen is een ander paar mouwen. Daarvoor zal u vaak de nodige juridische stappen moeten zetten en dat kost geld en tijd. Dat weten ook de meeste werknemers.

U mag ook niet te snel een verbrekingsvergoeding eisen. Eerst zal u de werknemer in gebreke stellen, net zoals u dat zou doen bij elke andere werknemer die ongewettigd afwezig is. Een ongewettigde afwezigheid zorgt er immers niet automatisch voor dat de arbeidsovereenkomst wordt verbroken. Stel dat de werknemer plots met een medisch attest komt aanzetten, dan kan u wel eens een probleem hebben. U zal dus eerst moeten kunnen aantonen dat de werknemer daadwerkelijk de intentie had om de arbeidsovereenkomst te verbreken, of in dit geval niet eens aan te vangen. Dat doet u bij voorkeur per aangetekende brief, met een duidelijke deadline. Een werknemer die al een tijdje in dienst is en die hierop niet reageert, stuurt u nog een tweede ingebrekestelling. In dit geval kan u na het verlopen van de deadline meteen overgaan tot de vaststelling van de eenzijdige verbreking door de werknemer.